D-dimeer vingerprik of veneuze prik?

Het Universitair Medisch Centrum Utrecht, Jeroen Bosch ziekenhuis en Star-shl hebben, binnen een laboratorium setting, de betrouwbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van vijf nieuwe D-dimeer POC testen getest op bloedmonsters van 250 patiënten met verdenking DVT/LE, de EVA studie. De resultaten waren erg goed. Hoog tijd om te onderzoeken of de test ook goed werkt met een druppel volbloed en buiten het centrale laboratorium: de EVA 2 studie.

De NHG Standaard Diep veneuze trombose en longembolie (DVT en LE) raadt aan om een d-dimeer POCT bepaling te doen als de kans op de aandoening, op basis van een klinische beslisregel, laag geschat wordt. Op deze wijze kunnen DVT en LE veilig uitgesloten worden en hoeft de patiënt niet voor onnodige extra onderzoeken naar het ziekenhuis. Deze aanbevolen (eenvoudige) kwalitatieve test is 3 jaar geleden echter van de markt gehaald na zorgen over de betrouwbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid.

De vijf geteste, kwantitatieve d-dimeer testen op even zoveel POCT analyzers scoorden dus erg goed als de testuitslagen met bloedplasma van patiënten met en zonder de aandoening werden vergeleken met de (routine) referentiemethode op het centrale laboratorium.

De laatste stap die we nu zetten is een wetenschappelijk vergelijk tussen testen met volbloed versus plasma. Star-shl’s diagnostisch centrum op de Ignatiusstraat is een van de (momenteel) drie deelnemende centra. Het Medisch Centrum Leeuwarden en het Antonius Ziekenhuis in Sneek zijn de twee andere deelnemende centra. Als ook deze vervolgstudie goed uitpakt, kunnen we een keuze maken in welk instrument op dit moment het meest geschikt is voor gebruik in de huisartsenpraktijk. Ondertussen verwachten we het komend jaar al weer nieuwe D-dimeer POCT methoden op de markt die werken met volbloed uit een vingerprik. Star-shl volgt deze ontwikkelingen en houdt het contact met deze (nieuwe) internationale POCT leveranciers uiteraard warm.

De Jan Schueler Stichting ondersteunt dit initiatief vanuit haar doelstelling om nieuwe, zinnige laboratoriumdiagnostiek beschikbaar te maken voor de eerstelijnszorg.