Patiëntveilige overdracht trombosezorg

Mensen behandeld met antistollingsmedicatie door de Trombosedienst verdienen extra aandacht. Zeker als zij opgenomen worden in een ziekenhuis of weer naar huis gaan. Continuïteit van de antistollingszorg is dan letterlijk van levensbelang.

Amphia ziekenhuis en de Trombosedienst van Star-shl hebben een koppeling gerealiseerd, waarbij systemen en techniek de zorgverleners ondersteunen bij optimale ketenzorg.

Goede ketenzorg is in de praktijk niet altijd makkelijk te realiseren. Antistollingsmedicatie staat in de top 5 van vermijdbare medicatie gerelateerde ziekenhuisopnames (HARM, 2006). Het ontslag van ziekenhuis naar huis bleek het meest risicovol. De overdracht vanuit het ziekenhuis werd handmatig ingevuld en per fax naar de Trombosedienst gestuurd. Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken dat deze werkwijze tijdrovend en ook foutgevoelig is. Vaak moest de Trombosedienst het ziekenhuis bellen voor aanvullende informatie.

Het Amphia Ziekenhuis en Star-shl hebben de overdracht ingericht conform de Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling 2.0 (LSKA 2.0, 2012). Amphia Ziekenhuis heeft hiervoor een digitale overdracht ingericht in het EPD (EPIC). Indien een patiënt die vitamine K-antagonisten slikt met ontslag gaat, krijgt de behandelend arts een waarschuwing dat de trombosedienst geïnformeerd moet worden en komt er automatisch een digitaal overdrachtsformulier dat grotendeels gevuld wordt vanuit het elektronisch patiëntendossier. Het formulier wordt via een veilige verbinding naar de trombosedienst Star-shl gestuurd.

Uit evaluatie blijkt dat de overdracht niet meer wordt vergeten, de inhoud gestandaardiseerd en volledig en ook beter leesbaar. Hiermee is de continuïteit en daarmee de veiligheid voor de patiënt gewaarborgd.

Op dit moment onderzoekt de Trombosedienst hoe deze werkwijze ook met andere ziekenhuizen en ketenpartners ingericht kan worden.